Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [1]het geschiedde in het zevende jaar, in de [2]vijfde [maand], op den tienden derzelver maand, dat er mannen uit de [3]oudsten van Israel kwamen, om den HEERE [4]te vragen; en zij zaten neder voor mijn aangezicht. 1. Te weten na de wegvoering van Jojachin; vergelijk boven hfdst.1 vs.2, en hfdst.8 vs.1. 2. Zie van deze maand Num.33:38. 3. Zie boven hfdst.8 vs.1. 4. Te weten welke uitkomst het Joodse volk uit al zijne ellenden zou hebben, zowel in Jeruzalem en Judea als daar in het land van Babylonie; en wat hun te doen stond om de straffen, waarmede gedreigd werd, te ontgaan; hoe de Heere gevraagd werd, zie boven hfdst.14 vs.3.